Veelgestelde vragen

Met ingang van 1 januari 2025 vallen de citrusvruchten limoenen, grapefruits en pomelo’s onder de specifieke handelsnorm voor citrusvruchten en vallen de bananen van de subgroepen AA (Sweet-Fig), AB (Ney Poovan) en AAB (Apple Fig, Pome (Prata) en Mysore) ook onder de specifieke handelsnorm voor bananen.

Door deze wijziging gelden meer aanduidings- en producteisen voor de betreffende producten. Bedrijven die handelen in deze producten, moeten hun werkwijze en eigen inspectiespecificaties aanpassen en hun leveranciers tijdig informeren over de aanpassing in de regelgeving.

Dinsdag 29 oktober 2024 heeft het KCB een presentatie gegeven over wat dit inhoudelijk betekent. Deze staat op de KCB website, klik hier.

Bedrijven die deze producten importeren, kunnen meer controles krijgen van het KCB. Bij RIK-deelname voor import inspecteert het KCB minimaal 5% van de importzendingen voor kwaliteit. Voor de overige bedrijven gelden de jaarlijks vastgestelde dynamische inspectiepercentages voor kwaliteitscontroles. Deze zijn gepubliceerd op de KCB-website, klik hier (Inspectiepercentages en dynamiek | KCB).
Voor Citrus gelden ook fytosanitaire inspectiepercentages (reduced checks), variërend van minimaal 5% tot 100%, die door de NVWA worden gepubliceerd op de website. Omdat het KCB de kwaliteits- en fytosanitaire inspecties tegelijkertijd uitvoert, zijn beide inspectiepercentages van belang voor importeurs (het hoogste inspectiepercentage is uiteindelijk bepalend voor het uitgevoerde inspectiepercentage).

Bedrijven die deze producten exporteren, kunnen meer controles krijgen van het KCB. Bij RIK-deelname inspecteert het KCB minimaal 5% van de exportzendingen voor kwaliteit. Voor algemene handelsnormproducten geldt een inspectiepercentage voor kwaliteit van minimaal 10% bij export. Daarnaast inspecteert het KCB minimaal 60% van specifieke handelsnorm producten en gemengde zendingen (met algemene- en specifieke handelsnorm producten) voor kwaliteit bij export. Na 1 januari 2025 wijzigt het inspectiepercentage van gemengde zendingen en van zendingen met alleen limoenen, grapefruits en pomelo’s van 10% naar minimaal 60%. Daarnaast voert het KCB op deze producten fytosanitaire inspecties uit op basis van de eisen van het ontvangende land. Omdat het KCB de kwaliteits- en fytosanitaire inspecties tegelijkertijd uitvoert, zijn beide inspectiepercentages van belang voor exporteurs (het hoogste inspectiepercentage is uiteindelijk bepalend voor het uitgevoerde inspectiepercentage).

Nee, de NVWA is de controle-instantie voor vragen over deze producten en aanduidingen.

Met ingang van 1 januari 2025 moet volgens de EU-handelsnormen de oorsprong staan aangeduid op: 
(a) mengsels van tropische (en andere) noten
(b) gedroogde vijgen
(c) rozijnen en krenten
(d) gerijpte bananen

En op:
i) wilde paddenstoelen
ii) kappers
iii) bittere amandelen
iv) amandelen zonder dop
v) hazelnoten zonder dop
vi) walnoten (okkernoten)
vii) pistaches zonder dop
viii) macadamianoten
ix) pijnboompitten
x) pecannoten
xi) andere noten
xii) gedroogde plantains
xiii) gedroogde citrusvruchten
xiv) mengsels van tropische noten
xv) mengsels van andere noten
xvi) saffraan
xvii) producten die als groenten en fruit worden aangemerkt en zijn vermeld in deel IX van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 en die een bewerking hebben ondergaan die verder gaat dan de mate van bijsnijden als bedoeld in de geldende specifieke norm van de UNECE, of niet intact zijn in de zin van de algemene handelsnorm en klaar zijn om direct vers of gekookt te worden geconsumeerd (ook wel gesneden producten genoemd). 

Nee, de handelsnormen gelden alleen voor intacte verse groenten, fruit en bananen. Oorsprong moet vermeld worden op de producten die onder de handelsnormen vallen en op:
(a) mengsels van tropische (en andere) noten
(b) gedroogde vijgen
(c) rozijnen en krenten
(d) gerijpte bananen

Diepvriesfruit valt hier niet onder.

Voorbehoud:
Volgens de EU-handelsnormen waar het KCB op controleert, verandert er niets. Daarnaast is er meer wetgeving, bijvoorbeeld wetgeving voor labelen van levensmiddelen: https://www.nvwa.nl/onderwerpen/etikettering-van-levensmiddelen

Het KCB controleert niet op deze wetgeving daarom zijn uitspraken vanuit het KCB hierover niet leidend.

De minimale lettergrootte staat in ons Toelichting aanduidingsvoorschriften document op pagina 8.

Dat is de minimale grootte. De nieuwe wetgeving stelt in artikel 7 https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:32023R2429 “Wanneer het land van de verpakker en/of de verzender wordt vermeld of wanneer de vermelde variëteit doet denken aan een bepaalde locatie, zijn de letters voor de aanduiding van het land van oorsprong groter en zichtbaarder dan die welke worden gebruikt voor het land van de verpakker en/of de verzender en de variëteit indien het om een ander land gaat.“

Voorbeeld: bij Tahiti Limes uit Brazilië moet de aanduiding ‘Brasil’ groter zijn geschreven dan de variëteit-aanduiding ‘Tahiti’.
Het KCB zal pas afkeuren als de oorsprong kleiner of minder goed zichtbaar staat aangeduid.

Voorbehoud:
Het KCB kan niet aangeven hoe andere EU-lidstaten hiermee om gaan. Zorg er daarom altijd voor dat er geen misverstand kan ontstaan over het land van oorsprong.

Het KCB zal niet afkeuren wanneer een logo met het woord “premium” in het merkenregister is opgenomen. Het woord premium moet wel onderdeel zijn van het logo en mag niet los elders op de doos staan als (niet-gereguleerde) kwaliteitsklasse aanduiding.

De EU-handelsnormen wetgeving schrijft voor dat producten die vallen onder specifieke handelsnormen met een kwaliteitsklasse moeten zijn aangeduid. Hiervoor gelden de gereguleerde kwaliteitsklasse aanduidingen: Klasse extra / Klasse I / Klasse II.

 Wanneer bedrijven er voor kiezen hun producten aan te duiden met niet-gereguleerde termen die verwijzen naar een soort kwaliteitsklasse voor het product, dan is er een risico dat deze niet-gereguleerde termen tegenstrijdig zijn met de verplichte kwaliteitsklasse aanduiding: Klasse extra / klasse I / Klasse II. Dit kan leiden tot een afkeuring.

Voorbehoud:
Het KCB kan niet aangeven hoe andere EU-lidstaten hiermee om gaan. Zorg er daarom altijd voor dat er geen misverstand kan ontstaan.

Termen als: “Premium”, “supreme”, “top kwaliteit”, “extra quality” etc. zijn niet-gereguleerde kwaliteitsklasse aanduidingen.

Het KCB zal niet afkeuren wanneer “supreme” gebruikt wordt voor appels zoals opgenomen in de Niet-limitatieve lijst van appelvariëteiten onder “Variëteit” en “handelskenmerk”.

Ja, dat mag. In dat geval zijn de aanduidingen feitelijk juist mits het niet om b.v. zeer groene bananen / zeer onrijpe mango’s gaat die per vliegtuig binnen komen.

Wanneer producten per boot binnen komen met de aanduiding “by air” dan zal een KCB-inspecteur dit rechtmatig afkeuren.

De term "premium" wordt algemeen beschouwd als ondermijnend voor de gereguleerde kwaliteitsklassen (te weten: ‘klasse extra, klasse I en klasse II). Het betreft een onduidelijke en vage aanduiding, waarvoor noch internationaal noch binnen het KCB, overeenstemming bestaat over de exacte betekenis. Het gebruik van deze term veroorzaakt verwarring en onduidelijkheid omtrent de boodschap die de producent aan de consument wil overbrengen met betrekking tot de kwaliteitsklasse van het product.

Volgens de Europese regels moet de aangeduide oorsprong op de verpakking overeenkomen met het land van oorsprong van het product. Als de uien uit België komen, moet België als oorsprong op de verpakking staan. De aanduiding "HOLLAND" gebruiken kan verwarrend zijn, omdat het suggereert dat de uien uit Nederland komen. In dit geval ondermijnt het gebruik “HOLLAND” de aanduiding van de oorsprong. Dit kan leiden tot problemen met de wetgeving en mogelijke boetes van de NVWA.
Daarnaast geldt vanaf 1 januari 2025 dat wanneer het land van de verpakker en/of de verzender wordt vermeld of wanneer de vermelde variëteit doet denken aan een bepaalde locatie, de letters voor de aanduiding van het land van oorsprong groter en zichtbaarder moeten zijn dan die welke worden gebruikt voor het land van de verpakker en/of de verzender en de variëteit indien het om een ander land gaat.

In dit geval is de verzender in “HOLLAND” gevestigd en dat mag niet groter of zichtbaarder worden aangebracht dan de aanduiding van het land van oorsprong.

In de EU-Verordening 543/2011 Artikel 5 (aanduidingen) lid 4 en per 1 januari 2025 in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2429 artikel 6 lid 4 staat:
Op facturen en begeleidende documenten, behalve op ontvangstbewijzen voor de consument, worden de naam en het land van oorsprong van de producten aangegeven, alsmede, in voorkomend geval, de klasse, de variëteit of het handelstype wanneer zulks op grond van een specifieke handelsnorm vereist is, of de vermelding dat het product is bestemd voor verwerking.

Bij een afkeuring worden standaard begeleidende documenten opgevraagd en de partij wordt niet vrijgegeven, voordat het KCB de begeleidende documenten heeft ontvangen.
Onder begeleidende documenten verstaan we facturen, inkoopbonnen, paklijsten, orderbonnen, leverbonnen, CMR, vrachtbrieven, kwaliteitsrapporten etc.
Deze documenten moeten zowel bij de inkomende als de uitgaande goederenstroom van alle verplichte aanduidingen zijn voorzien. Bij iedere verlading (tussen een bedrijf A en een bedrijf B) moet een begeleidend document zitten waarop alle verplichte aanduidingen staan.

Verplichte aanduidingen voor begeleidende documenten zijn:

·         Naam van het product,
·         Land van oorsprong,
·         Klasse (voor producten met een specifieke handelsnorm),
·         Variëteit (voor appel, citrus, peer, tafeldruif, niet-nagerijpte groene banaan),
·         Handelstype (voor tomaat, niet-nagerijpte groene banaan (i.p.v. variëteit)),
·         Industrie (indien het product een industrie-bestemming heeft),
·          Diervoeder (indien het product een diervoeder bestemming heeft).