Ga naar de hoofdinhoud.

Veelgestelde vragen

Bekijk de praktische tips voor een soepele samenwerking met het KCB

Praktische tips import

Algemeen

In deze lijst staat per lidstaat de werkwijze aan de buitengrens (voor zover nu bekend). Als een lidstaat wel kwaliteitscontroles uitvoert aan de buitengrens, dan staat ook vermeld welk document als controlebewijs geldt.

U moet voor de zending aangifte doen in CLIENT-import.
Afhankelijk van welke fytosanitaire controles al zijn uitgevoerd in de lidstaat van binnenkomst, kiest u in de aangifte de juiste verleggingsstatus (D of E). Welke situatie in uw geval van toepassing is, vindt u hier.

Zorg dat u toegang krijgt tot CLIENT-import. Via dit systeem moeten alle importzendingen worden aangemeld en kunt u elektronisch een importkeuring aanvragen. Uw importzending wordt bij invoer in de EU geïnspecteerd door een keuringsdienst. De douane geeft de goederen pas vrij voor het handelsverkeer als deze inspectie is afgerond. Die inspectie kan pas plaatsvinden nadat u een importkeuring via CLIENT-import heeft aangevraagd in Nederland. U regelt toegang tot CLIENT-import via de NVWA.

Het bewijs van kwaliteitscontrole heet officieel een normcontrolecertificaat. In de EU is een sjabloon voor dit certificaat vastgesteld en dit is opgenomen in Bijlage III van EU-verordening 543/2011. Iedere lidstaat heeft een eigen document dat gebaseerd is op dit sjabloon.
Raadpleeg hier het sjabloon.

U doet aangifte in CLIENT-import en kiest daarbij verleggingsstatus E.
De verdere afhandeling is afhankelijk van de inspectiebeslissing die volgt uit de risicoanalyse in CLIENT-import: de zending kan op fysieke kwaliteitsinspectie vallen of op documentcontrole. Meer informatie over de afhandeling vindt u hier.

U doet aangifte in CLIENT-import en kiest daarbij verleggingsstatus D.
De verdere afhandeling is afhankelijk van de inspectiebeslissing die volgt uit de risicoanalyse in CLIENT-import: de zending kan op fysieke inspectie vallen of op documentcontrole. Meer informatie over de afhandeling vindt u hier.

Bij een importzending uit een land buiten de EU worden de fytosanitaire documenten altijd gecontroleerd en ingenomen. Uw zending is op basis van risicoanalyse vrijgevallen van fysieke inspectie. U moet daarom de fytosanitaire documenten opsturen naar het hoofdkantoor van het KCB te Zoetermeer.

Het originele fytosanitaire certificaat wordt altijd gecontroleerd en ingenomen in de lidstaat van binnenkomst. Als de fytosanitaire controle elders heeft plaatsgevonden, dan stuurt u het CHED-PP uit de andere lidstaat + een kopie van het fytosanitaire certificaat op.

Op elk ingeleverd fytosanitair document moet het bijbehorende CLIENT-aangiftenummer worden vermeld, dan wel achter elk fytosanitair document moet de statusmelding vanuit CLIENT-import worden bevestigd.

Het adres voor de documentcontrole is:
KCB
T.a.v. Documentencontrole
Postbus 420
2700 AK  ZOETERMEER

CHED-PP staat voor Common Health Entry Document for Plant Products. Dit is het bewijs van aangifte in IMSOC (Traces, TNT). Deel I van het CHED-PP is de beschrijving van de zending. In deel II van het CHED-PP vult de keuringsdienst de inspectiebeslissing over de zending in of eventueel een verlegging van de inspectie.

Op een CHED-PP staat als een watermerk, schuin gedrukt een tekst. Dit is ‘transfer’ of ‘validated’ (in de taal van de lidstaat waar het document is opgemaakt). 

‘Transfer’ betekent dat het gaat om een verlegging van de inspectie. In de lidstaat van binnenkomst is dan alleen een documentcontrole (op het fytosanitaire certificaat) uitgevoerd. In Nederland moet dan nog aangifte gedaan worden in CLIENT-import en later bij de douane.

‘Validated’ betekent dat in de lidstaat waar het product de EU binnen is gekomen, de volledige fytosanitaire inspectie (documentcontrole en fysieke inspectie) is uitgevoerd of dat op basis van Reduced Checks de zending is vrijgegeven na documentcontrole. De goederen zijn dan fytosanitair vrijgegeven.

Groenten en Fruit moeten in de EU voldoen aan de EU-handelsnormen. Deze handelsnormen zijn vastgelegd in EU-verordening 543/2011 en bestaan uit kwaliteitseisen per product en aanduidingsvoorschriften.
Meer informatie over de handelsnormen vindt u hier.

Het KCB controleert partijen groenten en fruit op basis van risicoanalyse. Bij import en export vinden zendingscontroles plaats. Daarnaast worden toezicht gehouden op de interne EU-markt door handelscontroles.
Het KCB is in het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 aangewezen als toezichthouder op naleving van de EU-handelsnormen voor verse groenten en fruit. Het KCB-toezicht geldt voor alle marktdeelnemers van verse groenten en fruit; van teeltbedrijven tot en met (groot)handelaren.

Importinspecties van fytosanitair inspectieplichtige producten worden alleen uitgevoerd op erkende inspectielocaties. Wilt u een erkenning van een inspectielocatie aanvragen? Dan kunt u deze hier indienen bij de NVWA.

Fytosanitaire certificaatplicht

Alle sierteeltproducten, groenten en fruit en enkele noten (zie onderstaande tabel) zijn fytosanitair certificaatplichtig. Bij groenten en fruit geldt de fytosanitaire certificaatplicht alleen voor onbewerkt product; er geldt geen fytosanitaire certificaatplicht voor bewerkt product als de bewerking zodanig is dat fytosanitair risico uitgesloten is.

*tabel info toevoegen*

Ja, er zijn 5 producten uitgezonderd. Deze producten kunnen zonder fytosanitair certificaat geïmporteerd worden.

Deze 5 producten zijn:

  • Ananas

    • Omschrijving: Ananas comosus (L.) MerrilEx 0804 30 00

    • GN-code: Ex 0804 30 00

  • Kokosnoot

    • Omschrijving: Cocos nucifera L.

    • GN-code: Ex 0801 12 00, Ex 0801 19 00

  • Doerian

    • Omschrijving: Durio zibethinus Murray

    • GN-code: Ex 0810 60 00

  • Banaan

    • Omschrijving: Musa L.

    • GN-code: Ex 0803 10 10, Ex 0803 90 10

  • Dadel

    • Omschrijving: Phoenix dactylifera L.

    • GN-code: Ex 0804 10 00

Alle sierteeltproducten, groenten en fruit en enkele noten zijn fytosanitair certificaatplichtig. Dit betekent dat importzendingen die deze producten bevatten, voorzien moeten zijn van een correct en geldig fytosanitair certificaat. Bij groenten en fruit geldt de fytosanitaire certificaatplicht alleen voor onbewerkt product; er geldt geen fytosanitaire certificaatplicht voor bewerkt product als de bewerking zodanig is dat fytosanitair risico uitgesloten is.

Bewerkte groenten en fruit zijn niet fytosanitair certificaat- en inspectieplichtig bij import in de EU als de bewerking zodanig is dat fytosanitair risico uitgesloten is. Onder bewerkte producten kunnen bijvoorbeeld voorverpakkingen met gesneden stukjes fruit en wokpakketten met gesneden groenten vallen. Let op: Als in de voorverpakking ook een onbewerkt product zit, dan moet de zending wegens dit product wel voorzien zijn van een fytosanitair certificaat en is het ook inspectieplichtig. Voorbeelden hiervan zijn wokpakketten met een pepertje of mixverpakkingen fruit met bessen erin.

Nee. Alleen de producten die zijn opgenomen in het Register Certificaat- en Inspectieplichtige producten bij import in de EU moeten worden aangegeven in CLIENT Import. De overige levende planten en plantendelen zijn wel certificaatplichtig, maar niet inspectieplichtig. 

Let op: Groente en fruit die niet vermeld zijn in het register Certificaat- en inspectieplichtige producten bij import zijn fytosanitair wel certificaatplichtig maar niet inspectieplichtig. Echter deze producten moeten voor kwaliteitscontrole wel aangegeven worden in CLIENT Import. 

Ja. Steekproefsgewijs worden de geïmporteerde producten geïnspecteerd. 

Deze fytosanitaire certificaten vallen niet onder de documentcontrole. Dit betekent dat het fytosanitair certificaat niet opgestuurd hoeft te worden naar het KCB. U dient dit certificaat 3 jaar in uw eigen administratie te bewaren.

Bijschrijvingen op Fytosanitair Certificaat

Een bijschrijving (Engels: Additional Declaration) is een verklaring op het fytosanitaire certificaat die wordt vereist door de wetgeving van het bestemmingsland (in dit geval de EU). Een bijschrijving geeft specifieke, aanvullende informatie over de fytosanitaire conditie van de zending. Bijvoorbeeld dat het product is geteeld in een land of gebied of op een perceel dat vrij is bevonden van een bepaald quarantaine organisme.

Een beschrijving bestaat uit het nummer van de bijschrijving en de volledige tekst van de bijschrijving. Een verwijzing naar alleen een positie in de wetgeving volstaat niet. 

De wetgeving waarnaar verwezen moet worden, is meestal “Commission Implementing Regulation (EU) 2019/2072”. 

Er is echter aanvullende wetgeving van kracht waarnaar voor bepaalde producten verwezen moet worden. Controleer voor de juiste verwijzingen de registers van de NVWA op registers met bijschrijvingen per sector.

De artikelnummers zijn verwerkt in de registers met bijschrijvingen per sector op de website van de NVWA.

Import verboden

Voor meer dan 35 plantgenera en –soorten waaronder de Albizia, Ficus carica, Malus en Prunus geldt een geheel of gedeeltelijk importverbod. De import van deze planten wordt gezien als een groot risico voor de teelt in Europa. Sommige planten vormen – vaak als mogelijk drager van een ziekte of plaag - een risico voor de teelt of het openbaar groen in Nederland, of andere delen van Europa.

Op de website van de NVWA vindt u de definitieve lijst en meer achtergrondinformatie over deze importverboden. 

Registratie importbedrijven in nationaal bedrijvenregister

Alle bedrijven die plantaardig materiaal importeren in de EU moeten geregistreerd zijn in het nationaal bedrijvenregister. Hieronder vallen onder andere importeurs van snijbloemen, potplanten, hout, teeltmateriaal, groenten en fruit.

Per KvK- en vestigingsnummercombinatie wordt een fytosanitair registratienummer toegekend door de NVWA. Bedrijven die meerdere vestigingen hebben, ontvangen dus meerdere fytosanitaire registratienummers.

U vindt hier meer informatie over registreren.

Nee

Vastlegging van gegevens van importzendingen

Bedrijven die handelen in producten waarvoor een fytosanitair certificaatplicht geldt bij import, zijn wettelijk verplicht om de ingaande en uitgaande stromen van deze producten te registreren in hun administratie, om bij een uitbraak of besmetting tracering naar de bron mogelijk te maken.

Iedereen die handelt in producten waarvoor fytosanitaire eisen gelden. Hieronder valt ook de import van eindproducten, zoals groenten, fruit en sierteeltproducten waarvoor een fytosanitair certificaatplicht geldt bij import.

U administreert voor elke geïmporteerde handelseenheid planten, plantaardige producten of andere materialen de gegevens waaruit blijkt om welke toeleverancier het gaat en ook naar welke klant u het vervolgens stuurt. De administratie moet inzichtelijk en doorzoekbaar zijn. De gegevens op een leveringsnota/afleverbon of factuur zijn voldoende.

U moet deze administratie drie jaar bewaren.


Vooraanmelding import in IMSOC (TNT)

Als gevolg van de Controleverordening en Plantgezondheidsverordening moet voor elke zending met fytosanitair certificaatplichtige producten die de EU binnenkomt een CHED-PP worden opgemaakt. Dit gebeurt via IMSOC (Traces New Technology, TNT).

CHED-PP staat voor Common Health Entry Document for Plant Products. Deel I van het CHED-PP is de beschrijving van de zending, met informatie die noodzakelijk is voor de onmiddellijke en volledige identificatie van de zending en de bestemming. In deel II van het CHED-PP vult de keuringsdienst de inspectiebeslissing over de zending in of eventueel een verlegging van de inspectie.

De Nederlandse naam voor CHED is Gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB).

In Nederland is dit geregeld door een koppeling te maken tussen CLIENT Import en IMSOC. Vanuit CLIENT Import wordt IMSOC met de benodigde informatie gevoed. Bedrijven blijven aangifte doen in CLIENT Import.

Import plantenpaspoortplichtige producten

Planten/plantmateriaal die plantenpaspoortplichtig zijn en voldoen aan de EU-eisen, worden na importinspectie door de KCB-inspecteur voorzien van één plantenpaspoort. 

Het plantenpaspoort dat het KCB afgeeft is een sticker. Deze plakt de inspecteur op de achterkant van een kopie van het fytosanitair certificaat. De aangever/importeur is vervolgens verantwoordelijk voor het fysiek aanbrengen van het plantenpaspoort op de zending.

Ja, bedrijven kunnen van het KCB plantenpaspoortenstickers op voorraad ontvangen om daarmee de afhandeling tijdens de importinspectie te versnellen. Neem voor het ontvangen van KCB-plantenpaspoorten op voorraad contact op met uw KCB-rayonkantoor.

Op het plantenpaspoort kunnen de onderdelen A en D op basis van de informatie op het fytosanitair certificaat door de aangever/importeur alvast ingevuld worden. Voor onderdeel B kan de aangever/importeur het fytosanitair registratienummer van de locatie waar de importinspectie plaatsvindt alvast invullen.
De KCB-inspecteur vult onderdeel C (traceringscode) in en stempelt het plantenpaspoort af.

Op het plantenpaspoort dat de KCB-inspecteur na importinspectie afgeeft, wordt onder B het fytosanitair registratienummer geplaatst van de locatie waar de importinspectie is uitgevoerd. Dit hoeft niet de eigenaar van de zending te zijn.

Op het eerste plantenpaspoort na importinspectie plaatst de KCB-inspecteur het fytosanitair registratienummer van de locatie waar de importinspectie is uitgevoerd. Dit is voor de KCB-inspecteur de enige referentie. Het eigendom van een zending is voor de KCB-inspecteur in de meeste gevallen onbekend.

Ja. Dit plantenpaspoort voldoet aan alle eisen en mag de zending begeleiden binnen de EU. De zending moet dan wel in zijn geheel bijeen blijven. Echter, het is mogelijk dat landen binnen de EU aanvullende of afwijkende eisen stellen aan het plantenpaspoort (bv. AWB-nummer onder C). Wanneer deze eisen gelden, moet u zelf het plantenpaspoort vervangen. Om het plantenpaspoort te vervangen, moet u een erkenning aanvragen bij het KCB. Meer informatie over de erkenning vervangen plantenpaspoorten vindt u hier.  

Nee. Iedere zending moet voorzien zijn van een eigen plantenpaspoort. Wanneer u de zending na import in meerdere zendingen splitst, moet iedere deelzending worden voorzien van een eigen plantenpaspoort. Om het plantenpaspoort te mogen vervangen, moet u een erkenning aanvragen bij het KCB. Meer informatie over de erkenning vervangen plantenpaspoorten vindt u hier

Er zijn twee mogelijkheden:

  1. De aangever of logistiek dienstverlener is erkend om plantenpaspoorten te vervangen. De aangever of logistiek dienstverlener vervangt het eerste plantenpaspoort dat is afgegeven door het KCB na importinspectie in het gewenste aantal plantenpaspoorten en bevestigt deze op de deelzendingen. Op het plantenpaspoort staat onder B dan het fytosanitair registratienummer van de aangever. De aangever of logistiek dienstverlener heeft hiervoor een erkenning vervangen plantenpaspoorten ontvangen van het KCB. Meer informatie over de erkenning vervangen plantenpaspaspoorten vindt u hier.

  2. De importeur is erkend om plantenpaspoorten te vervangen. De importeur geeft het gewenste aantal plantenpaspoorten af. Op het plantenpaspoort staat onder B het fytosanitair registratienummer van de importeur vermeld. De importeur verstrekt deze plantenpaspoorten aan de aangever. De aangever bevestigt de plantenpaspoorten op de deelzendingen. Meer informatie over erkenning vervangen plantenpaspoorten vindt u hier.

In dit geval is er maar één mogelijkheid: De aangever of logistiek dienstverlener moet erkend zijn om plantenpaspoorten te vervangen. De aangever of logistiek dienstverlener vervangt het eerste plantenpaspoort dat is afgegeven na importinspectie in het gewenste aantal plantenpaspoorten en bevestigt deze op de deelzendingen. Op het plantenpaspoort staat onder B dan het fytosanitair registratienummer van de aangever. De aangever of logistiek dienstverlener heeft hiervoor een erkenning vervangen plantenpaspoorten ontvangen van het KCB. Meer informatie over de erkenning vervangen plantenpaspoorten vindt u hier.

Nee, dit is niet toegestaan. In dit geval moet de aangever in het andere EU-land erkend zijn om plantenpaspoorten af te geven of te vervangen.

Nee, dit is niet toegestaan. In dit geval moet de Nederlandse vestiging of de aangever erkend zijn om plantenpaspoorten te mogen vervangen.

Nee. Bij import van plantenpaspoortplichtige producten zal het land buiten de EU een fytosanitair certificaat (FC) opstellen en meesturen. Bij import in de EU voert de keuringsdienst een controle op het FC en een importinspectie uit. Als het materiaal voldoet aan alle eisen voor de EU, dan kan de importeur over het materiaal beschikken. Vanaf dat moment mag een plantenpaspoort gebruikt worden. Het eerste plantenpaspoort wordt door de KCB-inspecteur verstrekt. Deze kunt u vervangen door meerdere plantenpaspoorten wanneer nodig. Om het plantenpaspoort te mogen vervangen, moet u een erkenning aanvragen bij het KCB. Meer informatie over de erkenning vervangen plantenpaspoorten vindt u hier.

Ja. Op verzoek van de importeur/aangever geeft de KCB-inspecteur, naast het plantenpaspoort, een kopie conform van het fytosanitaire import certificaat af ten behoeve van re-export.

Verleggen van importinspecties

Een zendingen die via Nederland binnenkomt en verlegd wordt naar een andere lidstaat, moet aangemeld worden in CLIENT Import. Het is niet meer mogelijk een zending via een Europees Fytosanitair Vervoersdocument (Plant Health Movement Document, PHMD, Model 99) te verleggen.

Bij de aangifte in CLIENT Import is het van belang dat de gegevens van de importeur en de ladingbelanghebbende in de andere lidstaat correct worden vermeld. Dat wil zeggen: conform hun registraties in Traces New Technology (TNT). Via een koppeling tussen CLIENT Import en TNT wordt op basis van de CLIENT Import-aangifte een CHED-PP (Common Health Entry Document for Plant Products) opgesteld. Als de gegevens niet juist worden opgegeven, dan klopt het CHED-PP niet en kunnen de importeur en de overheidsinstantie in de andere lidstaat niet verder met de zending.

Wanneer een inspectie wordt verlegd naar Nederland, dan moet in de EU-lidstaat van binnenkomst de zending worden aangemeld door het aanmaken van een CHED-PP in Traces New Technology (TNT). In het CHED-PP moet de optie I.20 “for transfer to” worden geselecteerd in combinatie met het correcte Nederlandse inspectiepunt.

Vervolgens wordt in de lidstaat van binnenkomst de documentcontrole uitgevoerd. De resultaten hiervan worden door de fytosanitaire controledienst aan de buitengrens ingevuld op het CHED-PP.

Daarna doet u in Nederland aangifte in CLIENT Import. In de aangifte vermeldt u het CHED-PP nummer van de verlegging, als bescheidcode C085 per artikelregel. Valt uw aangifte op fysieke inspectie? Dan dient u bij de inspectie een CHED-PP plus kopie import FC aan de inspecteur aan te bieden. Valt uw aangifte vrij van fysieke inspectie? Stuur dan het CHED-PP plus kopie import FC naar Documentcontrole KCB te Zoetermeer.

Voorlopig is het niet mogelijk om de CHED-PP elektronisch te koppelen aan de CLIENT-aangifte. U kunt wel het nummer van het CHED-PP vermelden in de CLIENT-aangifte. Dit kan onder bescheidcode C085.

Eisen voor transhipment en transit zendingen

Onder transhipment vallen de zendingen die vanuit een derde land aankomen in de EU en daar overgeladen worden op eenzelfde vervoermiddel. De zendingen gaan daarna door naar een punt van binnenkomst in de EU of een derde land. Bijvoorbeeld een container uit China die in Rotterdam aankomt met een containerschip en daar op een coaster wordt gezet die hem naar Antwerpen brengt. Of een zending bloemen uit Ecuador die op Schiphol landt en van daar weer verder vliegt naar Madrid.

Voor transhipment zendingen die binnenkomen op een luchthaven geldt een transhipment periode van 3 dagen. Voor transhipment zendingen die binnenkomen in een haven geldt een transshipment periode van 30 dagen. Indien deze transhipment periode wordt overschreden, moet u de zending aangeven in CLIENT Import. Daarop volgt een documentcontrole en bij vermoeden van niet-naleving van de regels kan een fysieke controle aan de orde zijn.

Het doen van aangifte van transhipment zendingen in CLIENT Import is verplicht. Meer informatie vindt u hier op de website van de NVWA.

Transit is doorvoer door de EU van buitengrens naar buitengrens over het grondgebied van de Europese Unie. Bijvoorbeeld een zending die per boot aankomt in Rotterdam en die per vrachtwagen naar Wit-Rusland gaat.

Transit zendingen moeten gemeld worden in CLIENT Import. Er worden steekproefgewijs inspecties op deze zendingen uitgevoerd. Het is dus mogelijk dat uw zending fysiek gecontroleerd moet worden. 

Indeling schadelijke organismen

Een Quarantaine-organisme is een ziekte of plaag dat niet in de EU voorkomt, of daar zeer beperkt verspreid is. Het wordt ook wel aangeduid als Q-organisme of Q. Dit Q-organisme kan economische schade veroorzaken in de EU en daarom zijn EU-lidstaten wettelijk verplicht de introductie, vestiging of de verdere verspreiding van dit organisme tegen te gaan.
Het overzicht met de Europese Q-organismen is hier te vinden.

Een kleine groep Q-organismen heeft de status van prioriteitsorganisme. De EU verwacht bij vestiging grote nadelige gevolgen, zoals:

• ernstig verminderde opbrengst van gewassen
• ernstige achteruitgang van de kwaliteit van gewassen
• onzekerheid in de voedselvoorziening
• toename in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
• verlies van biodiversiteit
• verdwijnen van belangrijke boomsoorten
• verlies van werkgelegenheid

EU-landen nemen extra maatregelen om vestiging van prioriteitsorganismen te voorkomen. Zo wordt onder meer ieder jaar onderzocht of het prioriteitsorganisme afwezig is. En er ligt voor ieder prioriteitsorganisme een gedetailleerd plan klaar voor het geval dat organisme aangetroffen wordt.

Een organisme waarvoor een noodmaatregel geldt, is nog niet in de officiële Verordening EU 2019/2072 vastgelegd. Toch heeft de EU wel alvast maatregelen ingesteld, omdat de kans op schade na introductie of verspreiding groot is.

Een noodmaatregel is tijdelijk. Binnen enkele jaren na het instellen van de noodmaatregel beoordeelt de EU of officiële regulering nodig is en wordt het organisme eventueel opgenomen in verordening EU 2019/2072. De noodmaatregel vervalt na de beoordeling, ongeacht of het organisme wordt opgenomen in de wetgeving.

Voorbeelden zijn: noodmaatregel ToBRFV (EU 2020/1191) en noodmaatregel Xylella fastidiosa (EU 2020/1201).

Een klein aantal organismen heeft in Nederland de status quarantainewaardig. De EU heeft nog geen regels, maar Nederland vindt het risico op schade door deze organismen groot en wacht daarom niet op officiële regulering. Voor deze organismen gelden in Nederland dezelfde regels als voor quarantaine-organismen. Zo wordt voorkomen dat ze via Nederland de EU binnenkomen en zich vestigen. Soms nemen een of enkele andere EU-landen ook maatregelen tegen dezelfde organismen.

Een quarantainewaardige status is tijdelijk. Binnen enkele jaren na het instellen van zo'n status beoordeelt de EU of officiële regulering nodig is en wordt het organisme eventueel opgenomen in verordening EU 2019/2072. De quarantainewaardige status vervalt na de EU-beoordeling. 

Een RNQP (Regulated Non-Quarantine Pests) is een schadelijk organisme dat voorkomt in meerdere EU-landen en niet uitgeroeid hoeft te worden. Een RNQP verspreidt zich voornamelijk via planten bestemd voor opplant. Het doel van een RNQP-status is om economische schade in de productieketen van bepaalde teelten te voorkomen of te beperken. Regulated Non-Quarantine Pests heten in het Nederlands 'Gereguleerde niet-quarantaine organismen'.

De RNQP-status geldt voor een organisme in combinatie met bepaalde plantensoorten of -geslachten die bestemd zijn om opgeplant te worden voor specifieke toepassingen. Het gaat soms ook om zaad, maar nooit om eindproducten als vruchten, snijbloemen en snijgroen.
Een overzicht van de RNQP’s vindt u in het Register RNQP’s op de website van de NVWA.

Als bij de importinspectie een Q-organisme wordt gevonden of een RNQP-organisme boven de drempelwaarde voor dat gewas, dan mag uw zending de EU niet in. De inspecteur legt de partij/zending waarin het organisme is aangetroffen vast en neemt een monster van het organisme. Dit monster wordt naar het laboratorium van de NVWA verstuurd. Totdat de uitslag van de laboratoriumtoets bekend is, mag u niet over deze partij/zending beschikken. Wanneer het inderdaad om een Q-organisme of RNQP gaat, wordt er een maatregel uitgevaardigd. Hierover wordt u door de NVWA per brief geïnformeerd. Dat kan leiden tot de vernietiging van de partij/zending.
Soms heeft u echter de mogelijkheid om de zending te ‘behandelen’, bijvoorbeeld door die op te schonen. U moet uw zending daarna opnieuw laten inspecteren als u die wilt importeren. Is een behandeling niet mogelijk, of ziet u daarvan af, dan wordt de zending geweigerd voor import in de EU.